Voorlezen: zo maak je er een succes van

Je wil graag voorlezen aan je kinderen, maar je weet niet goed hoe? Welk boek kies je? Hoe maak je het leuk voor je kinderen? Onze voorleesfee Dorine geeft je tips om van dit gezellige moment een succes te maken. 

Gezin aan het voorlezen

1. Kies een goed boek uit 

  • Een goed boek stimuleert kinderen om een gesprek te voeren.
  • Kies daarom een boek dat net iets boven het eigen niveau van de kinderen is. Zo kunnen ze groeien en worden ze uitgedaagd.
  • Zoek ook een boek waarin ze iets van zichzelf kunnen herkennen door de gevoelens en gebeurtenissen. Ook in verhalen met sprekende dieren zitten er herkenbare situaties.   
     

2. Bereid je voor 

  • Bekijk het boek vooraf. Zo weet je:
    • waar je spanning kan opbouwen,
    • waar je gevoelens kan vertolken,
    • waar je misschien iets kan weglaten,
    • waar je best wat uitleg bij geeft,
    • bij welke prent je wat langer kan stilstaan,
    • of het boek aansluit bij het karakter of temperament van je kind.

3. Begin met een ritueel 

Zo maak je de overgang van de realiteit naar het verhaal.

  • Zoek samen een leuk plekje en maak het gezellig.
  • Trek een attribuut aan dat bij het verhaal past, bijvoorbeeld een hoedje.
  • Bekijk samen de cover en fantaseer erop los.
  • Leg al een moeilijk woord of thema uit dat in het verhaal zal voorkomen.
  • Verstop een voorwerp dat in het verhaal voorkomt, bijvoorbeeld onder een dekentje. Laat je kind ernaar raden.
  • Geef het kind een 'magische steen' waardoor het rustig naar het verhaal kan luisteren.  

 

4. En voorlezen maar!

  • Zit samen knus bij elkaar, zodat het boek goed zichtbaar is.
  • Maar vergeet ook niet met je gezicht en je stem te communiceren. Kinderen kijken naar de emotie op je gezicht als je vertelt. Toon dus ook je eigen emotie bij het verhaal.
  • Beeld iets uit of boots een geluid na. Maar gebruik een authentieke expressie zoals in een gewoon gesprek. Poppenkast spelen of elk personage een aparte stem geven? Dat hou je niet vol.
  • Neem voldoende tijd om naar de afbeeldingen te kijken, en las pauzes in voor de spanning.
  • Link het verhaal met de eigen leefwereld van het kind.
  • Geef positieve feedback: 'fantastisch dat je dit zag', 'goed bedacht van je', 'knappe oplossing'!

 

5. Sluit het verhaal af 

  • Hou de spanning erin op het einde. Neem er je tijd voor. Vraag bijvoorbeeld of je kind een idee heeft wat er zou gebeuren.
  • Praat even na over het boek.