Lerarentekorten, dalende leesniveaus, nieuwe leerdoelen, inclusie … Het onderwijs staat voor grote uitdagingen. Je vraagt je af wie er nog zo gek is om schooldirecteur te worden. Toch is dit wat Henri Vanneste (45) vijf jaar geleden deed. Hij gunt ons een blik achter de schermen van vbs De Kastaar in Rollegem.
Dag van de Directeur
Op 31 januari is het de Dag van de Directeur. Het is een mooie gelegenheid om directeurs in het onderwijs, maar evengoed in het bedrijfsleven, te bedanken voor hun inzet en leiderschap. Daadkrachtig zijn, kunnen luisteren, empathie hebben, sterk communiceren, goed organiseren en eerlijk zijn. Uit onderzoek blijken leerkrachten deze competenties het meest te waarderen in een directeur. Ook Henri Vanneste besteedt er dagelijks aandacht aan.
Van chiroleider tot leerkracht
Henri: “Mijn droom om in het onderwijs te stappen, kreeg vorm toen ik leider was in de Chiro in Bellegem. Kinderen iets kunnen bijbrengen, vond ik toen al geweldig. Na mijn bachelor Lager Onderwijs deed ik er nog eentje bij in de journalistiek. In het begin van mijn carrière combineerde ik een job als leerkracht met die van freelance sportjournalist, maar die combinatie werkte niet. Daarom sloeg ik definitief de richting van het onderwijs in.”
“Mijn eerste lesopdracht was hier in Rollegem. Toen heette de school nog Sint-Theresia. Vorig schooljaar veranderde de naam naar vbs De Kastaar. Als leerkracht stond ik in het zesde leerjaar en nam ik een deeltje zorg en beleid voor mijn rekening. Ik was ervan overtuigd dat ik nooit directeur zou worden. De werkdruk en de eindeloze werkuren schrikten me af. Bij nader inzien bleek mijn idee voort te komen uit onwetendheid over de functie-inhoud.”
Van leerkracht tot directeur
“Toen de vorige directeur een drietal maanden uitviel, vroeg het schoolbestuur mij om tijdelijk de honneurs waar te nemen. Die periode veranderde mijn visie op het directeurschap. Toen de vacature werd opengesteld, twijfelde ik niet. Er waren een zevental kandidaten, maar ik had het voordeel dat ik de school al goed kende. De rest is geschiedenis.”
“Ik was wel wat bezorgd over de reactie van het schoolteam na mijn switch van collega naar leidinggevende. Een van de leerkrachten is zelfs mijn beste kameraad. Hoe zou dat onze vriendschap beïnvloeden? Maar ik trok vanaf het begin de kaart van eerlijkheid en openheid. Ik behandel alle medewerkers gelijk en probeer in elk van hen te allen tijde het goede te zien. Door gewoon wat menselijkheid te tonen, kom je al een heel eind ver.”
Een dag in het leven
Maar wat doet een directeur nu eigenlijk echt? Henri deelt zijn takenpakket op in drie delen: “Ten eerste is er een organisatorisch luik. Je plant vergaderingen in met personeel, ouders, het schoolbestuur, de pedagogische of financiële cel, andere directeurs … Dat zijn de zaken waar elke bedrijfsmanager mee belast is.”
“Ten tweede heb je de onvoorziene omstandigheden, zoals ik ze noem. Sommige dagen vormen die zelfs de hoofdbrok. Het gaat dan om dingen die op het moment zelf voorvallen op school. Akkefietjes met leerlingen, leerkrachten met een acute vraag, ouders met bezorgdheden, maar ook het aansturen van medewerkers in het secretariaat, de opvang, keuken, schoonmaak …”
“Tot slot is er het pedagogische luik. Net zoals mijn leerkrachten dat doen door zich bij te scholen, probeer ook ik voortdurend op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. Zo heeft de Vlaamse overheid net haar nieuwe leerplannen voorgesteld. Terwijl we de afgelopen jaren de nadruk legden op het socio-emotionele aspect in het onderwijs, moeten we nu weer meer werken aan kennis. Hoewel de meeste leerkrachten dit toejuichen, vraagt het aanpassingen. Het is mijn taak om die samen met mijn beleidsteam voor te bereiden, zowel op korte als lange termijn.”
Uitdagingen
“Drie jaar geleden kreeg onze school een doorlichting. Die was grotendeels positief, maar er waren ook werkpunten. Zo moesten we werken aan een eigen identiteit. Wij kozen voor een focus op ‘outdoor learning’, maar dan niet in de zin van buiten de maaltafels gaan oefenen. We willen onze leerlingen de wereld laten zien, te beginnen met een bezoek aan de bakker in Rollegem, maar evengoed met een uitstap naar Kortrijk, Brussel of zelfs buiten de landsgrenzen.”
“Naast de uitdagingen die de inspectie ons voorschotelt, krijgen we ook te maken met de problemen die je vaak in het nieuws hoort. Soms valt een leerkracht voor kortere of langere tijd uit, maar tot nu toe konden we dit gelukkig altijd opvangen. Nog zo’n uitdaging is inclusief onderwijs. Tegen 2040 wil de Vlaamse Overheid evolueren naar ‘scholen voor iedereen’, waar kinderen met diverse noden in elke klas kunnen aansluiten. Ons team krijgt er dan wellicht een orthopedagoog, een logopedist en een psycholoog bij. Dat vergt een compleet nieuwe organisatie. Gelukkig worden deze plannen in fases uitgerold.”
“Ik wil hier trouwens graag een belangrijke kanttekening bij maken. Elke school en elk directeurschap is namelijk anders. Vbs De Kastaar is een kleine dorpsschool en is niet te vergelijken met lagere scholen in het centrum van Kortrijk of in het secundair onderwijs. Ik slaag er momenteel in om een gezond evenwicht te vinden tussen werk en privé. Maar ik besef dat veel van mijn collega’s die luxe niet hebben. Bij hen zijn de uitdagingen vaak veel groter dan bij ons.”
Altijd directeur?
Op de vraag of hij tot aan zijn pensioen directeur wil blijven, antwoordt Henri voorzichtig: “Ik heb nog andere dromen, onder andere om iets te ondernemen samen met mijn vrouw. Maar voorlopig zit ik hier goed. Ik heb er nu vijf jaar als directeur opzitten en wil blijven doorgaan zolang ik mij goed voel in de job.”
“Als ik over 22 jaar terugkijk op mijn carrière, hoop ik dat mijn passage in vbs De Kastaar mooie en positieve herinneringen oproept. Bij mezelf, maar ook bij elk lid van mijn schoolteam. Ik hoop dat ze vertellen dat ik altijd bereid was om te luisteren, dat er duidelijke en eerlijke afspraken waren en een visie waar ze zich in konden vinden. Ik hoop dat ik zowel leerkrachten als leerlingen uitdaagde om het beste uit zichzelf te halen. En ik hoop dat ouders, collega-directeurs en anderen met wie ik samenwerkte in Rollegem en daarbuiten vinden dat ik altijd aanspreekbaar was. Kortom, een menselijke directeur, want dat is oprecht wie ik wil zijn.”