Wil je als kleinhandelaar feestvuurwerk opslaan? Dan heb je de juiste vergunningen nodig. De opslag en verwerking van vuurwerk en andere springstoffen valt onder twee soorten wetgeving: federale en Vlaamse regels.
1. Springstoffenvergunning (federale wetgeving)
De federale wetgeving regelt alles rond het maken, opslaan, vervoeren en verkopen van springstoffen.
Daarvoor heb je een springstoffenvergunning nodig. Die is maximaal 30 jaar geldig.
Er zijn drie soorten springstoffen:
- Ontplofbare stoffen: zoals buskruit of dynamiet
- Munitie: zoals slagpijpjes of veiligheidsmunitie
-
Vuurwerk: zoals spektakelvuurwerk, feestvuurwerk of seinvuurwerk
Er zijn twee klassen van vergunningen, afhankelijk van hoeveel je wil opslaan en waarvoor.
-
Klasse 1
Deze vergunning heb je nodig voor:
- Fabrieken die springstoffen maken
- Opslagplaatsen met professioneel vuurwerk (spektakelvuurwerk)
-
Opslagplaatsen met grotere hoeveelheden dan in klasse 2
-
Klasse 2
Deze vergunning is bedoeld voor:
- Werkplaatsen die jachtpatronen laden (bijvoorbeeld bij een wapensmid)
-
Opslag van kleinere hoeveelheden springstoffen.
Opgelet: Particulieren mogen zonder vergunning tot 1 kg aan feestvuurwerk (inhoud pyrotechnische sas) thuis opslaan.
Meer informatie: Springstoffen en feestvuurwerk | FOD Economie
Hoe vraag je een springstoffenvergunning aan?
- Klasse 1: vraag je aan bij de provincie (deputatie)
- Klasse 2: vraag je aan bij je gemeente
Formulier vergunningsaanvraag springstoffen
2. Omgevingsvergunning (Vlaamse milieuwetgeving)
Ook volgens de Vlaamse milieuwetgeving moet je vaak een vergunning hebben. De opslag van springstoffen valt onder rubriek 17 en/of 38 van Vlarem II.
In dat geval heb je een omgevingsvergunning nodig.
Hoe vraag je een omgevingsvergunning aan?
Vraag een omgevingsvergunning aan via de website van de Vlaamse Overheid
Meer info: stappenplan omgevingsvergunning aanvragen