Overleie vroeger

De wijk Overleie lag eeuwenlang ingekapseld tussen de Leie en de stadsvesten. Het gebied ten noorden van de Kleine Leie was enkel toegankelijk via de Bissegempoort en de Bruggepoort. Je kon oversteken naar het Buda- eiland via de Leiepoort. De T- as Brugsestraat- Overleiestraat vormde de belangrijkste route, met als uitloper de Kapelstraat, een verbinding naar de Sint- Amandsproosdij.

In dit besloten stadsdeel kwamen vanaf de middeleeuwen enkele specifieke instellingen tot stand. Van de Sint- Amandsproosdij is er al sprake in de 9deeeuw. Het was een bijhuis van de machtige benedictijnerabdij van Saint- Amand- les- Eaux in Noord- Frankrijk. De proosdij zorgde voor de inkomsten uit abdijgoederen in de streek. Ze beschikte over uitgebreide rechten die ze kon afdwingen. En dat kan je letterlijk nemen, want ze had een eigen schandpaal. De broederschap van Sint- Elooi verenigde de metaalbewerkers. Hun gevaarlijk beroep en het feit dat ze met transport te maken hadden - hoefijzers voor paarden - bracht hen samen aan de rand van de stad. Hun gilde beschikte over een gasthuis en in de 14de eeuw kregen ze de toestemming een kapel te bouwen. De vestiging op Overleie van een klooster voor de recolletten of minderbroeders had nogal wat voeten in de aarde. De clerici van Onze- Lieve- Vrouw en van Sint- Maartens vreesden dat hun inkomsten zouden dalen door de komst van deze bedelorde. In 1485 kwam het tot een overeenkomst. Elk van deze drie huizen leed verlies ten tijde van de godsdienstoorlogen, maar vanaf de 17de eeuw kwamen ze weer tot bloei. Overleie hield koppig voet bij stuk.

Aan deze voortkabbelende en eigenzinnige beslotenheid leek een einde te komen toen vanaf 1860 de stadsmuren gesloopt werden. De vestingmuren en grachten rond Kortrijk maakten plaats voor une ceinture de boulevards, in feite de voorloper van de Kleine Ring. Concreet betekende dat voor Overleie de aanleg van de Boulevard du Nord (= later de Graaf de Smet de Naeyerlaan), bedoeld om aan te sluiten op de Boulevard de l'Est (= later Minister Liebaertlaan). Een westelijke boulevard kwam er niet, daar moest de Noordstraat het toenemende verkeer opvangen. Deze wegen vereisten betere bruggen over de Leie: een nieuwe Groeningebrug ten oosten en een nieuwe Gerechtshofbrug ten westen. De derde verkeerspijler naast bruggen en wegen - water! - veranderde een deel van Overleie in één grote bouwwerf. De aanleg van een nieuwe Leiebedding tussen de Budabrug en de Groeningebrug was een gigantische onderneming, nodig om de doorvaart te verbreden en overstromingen in de binnenstad te voorkomen. De werkzaamheden raakten pas af na de Eerste Wereldoorlog. De namen IJzerkaai en Diksmuidekaai zijn gegeven om de vele oorlogsslachtoffers in de Westhoek te gedenken.

De vrijgekomen ruimte en de snellere verkeersmogelijkheden trokken industrieën aan. De vestiging omstreeks 1880 van de vlasspinnerij Boutry-Van Isselsteyn, later De Kien, is een goed voorbeeld. Naast de grote fabriek voorzag deze onderneming ook rijwoningen voor arbeiders. In het kielzog van de toenemende industrialisatie werden citeetjes en gebrekkige huisvesting een kwalijk kenmerk van Overleie. Drankzucht, overlast en geweld volgden hieruit, maar ook samenhorigheid en een eigenzinnig karakter. Net als vroeger. Aan de grote bevolkingstoename op de wijk konden de kerkelijke overheden niet voorbijgaan. Hier vereiste de christelijke moraal voldoende begeleiding en een goede herder. De kleine Sint- Elooiskapel maakte in 1891 plaats voor de spitse toren van de Sint- Elooiskerk. Ook de uitbouw van de oude proosdij tot bisschoppelijk Sint-  Amandscollege - al in 1824 ingezet - had een sterke religieuze ondertoon. De school leverde de Kortrijkse intelligentsia voor de komende decennia. Wie had dat ooit van het arme Overleie verwacht?

De man die stedenbouwkundige vernieuwing en saneringen teweeg bracht was burgemeester Reynaert. Tijdens zijn meer dan dertigjarig bestuur - van 1884 tot 1915 - verrichtte hij baanbrekend werk. Twee goede voorbeelden zijn de aanleg van het Volkspark - later Astridpark en de realisatie van het Sint- Amandsplein met een eigen overdekte markthal. Voor beide projecten moesten veel bouwvallige woningen verdwijnen. Maar de ingrepen getuigen van een visionaire aandacht voor groen en voor open ruimte.

Literatuur 

Ph. DESPRIET, 2000 jaar Kortrijk. Kortrijk, 1990. 

N. MADDENS e.a. Ook hier zijn wij groot geworden. Het nijvere arrondissement Kortrijk 1890-1940. Kortrijk, 1985. 

R. TANGHE en P. VANCOLEN. Gedenkboek stad Kortrijk. Kortrijk, 1978. 

R. DE PAEPE en R. WITHOUCK, 150 jaar Sint-Amandscollege Kortrijk. 1833-1983. Kortrijk, 1982. 

E. VAN HOONACKER. Duizend Kortrijkse straten. Kortrijk, 1986.

Overleiestraat en het Sint- Amandsplein

Met de heraanleg van de Overleiestraat en de opfrissing van het Sint- Amandsplein (2015) werpen we een blik op het verleden van deze omgeving. 

Hieronder vind je de presentatie terug voorgesteld op het 3e Overleiecafé met interessantie informatie en boeiende foto's over het centrum van Overleie.

Overleiestraat en Sint- Amandsplein vroeger