Een RUP is een juridisch document dat bepaalt waar en hoe er in een bepaald gebied gebouwd en verbouwd mag worden en welke activiteit in het gebied een plaats kan vinden. Het maakt via de bestemmings- en bouwvoorschriften duidelijk wat kan en wat niet kan in een bepaald gebied. Voor een omgevingsvergunning voor een bouwproject kan afgeleverd worden, wordt het project afgetoetst aan het RUP.
Het RUP geeft antwoord op vragen zoals:
- Op welke plaatsen kunnen er woningen, bedrijven, winkels, openbare ruimte en recreatie komen?
- Hoe hoog en hoe diep mag er worden gebouwd?
Kortom, een RUP bepaalt de toekomst van een gebied.
De afbakening van het RUP valt samen met de grenzen van een bestaand maar verouderd bestemmingsplan (het BPA, Bijzonder Plan van Aanleg) en met een aantal verkavelingen die gelegen zijn tussen de sociale woonwijk en de Roggelaan en waarvan de voorschriften eveneens verouderd zijn.
Met het RUP zullen flexibele en uniforme voorschriften opgemaakt die alle voorgaande voorschriften (van BPA en verkavelingsplannen) zullen vervangen.
De opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) kent 5 fases. De resultaten van elk van deze 5 fases worden vastgelegd in een nota. Momenteel bevindt het RUP zich in de ontwerp-fase en loopt er voor dit plan een openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek kan iedereen een bezwaar indienen tegen het ontwerp voor het RUP.
Na het openbaar onderzoek worden alle binnengekomen bezwaren voorgelegd aan de Gecoro (gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening) waarna de gemeenteraad een definitieve beslissing neemt.
Meer info over het planproces kan u terugvinden in de laatste procesnota.
De adviezen en alle inspraakreacties werden verwerkt en gegroepeerd per onderwerp. Die kan je terugvinden in hoofdstuk 4 van de scopingnota (de nota die opgemaakt werd tijdens de scopingfase). Per binnengekomen reactie is in die nota omschreven hoe ermee werd omgegaan in het verdere planproces.
Het stadsbestuur heeft beslist om geen onteigeningsplan op de te maken in dit dossier.
Een bezwaar dien je in tijdens de looptijd van het openbaar onderzoek (van 31 augustus tot en met 29 oktober 2020) en richt je aan de
Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (Gecoro) Stad Kortrijk
Grote Markt 54
8500 Kortrijk
Verstuur je bezwaar per aangetekende brief
of geef je bezwaar af in het stadhuis aan de balie Bouwen, milieu en wonen tegen ontvangstbewijs (tijdens de openingsuren)
ten laatste op 29 oktober 2020.
Vragen over het verbeteren van de sociale woonwijk
De werken aan de sociale woonwijk worden uitgevoerd door de huisvestingsmaatschappij Wonen Regio Kortrijk (WRK). De werken starten met de afbraak van een aantal woningen van de sociale woonwijk, gevolgd door hernieuwbouw.
Voor meer info over het project kan je terecht bij Wonen Regio Kortrijk.
De sociale woonwijk bestaat overwegend uit twee soorten woningen: ‘atriumwoning’ en een ‘klassieke eengezinswoning’.
De atriumwoningen verkeren in slechte staat en zijn slecht geïsoleerd. Een groot deel van deze woningen daarom niet meer gebruikt.
Door die woningen af te breken, komt ruimte vrij voor nieuwe woningen die beter aangepast zijn aan het soort woningen dat vandaag nodig is: woningen voor grote gezinnen en kleine woningen.
De klassieke eengezinswoningen worden verbouwd. Ze hebben twee tot drie slaapkamers en een stevige ruwbouwstructuur. Die structuur wordt behouden maar de buitengevel wordt vernieuwd en voorzien van isolatie.
In de sociale woonwijk staan momenteel 201 woningen. In het nieuwe project zijn 311woningen gepland. Maar het hogere aantal woningen zorgt niet per definitie voor een groter aantal inwoners in de wijk dan vroeger voorzien was. Door het bouwen van verschillende kleinere soorten woningen, daalt het aantal inwoners per woning.
WRK wil ervoor zorgen dat de bestaande gezinnen in de wijk kunnen blijven wonen en wil met de nieuwe soorten woningen de bestaande wachtlijst beperken. Er komen dubbel zo veel appartementen met 1 slaapkamer en een beperkt aantal grotere woningen voor grote gezinnen.
Vragen over het verbeteren van het Langemunteplein
De wijk Lange Munte groeit en zal de komende 2 decennia ook sterk verjongen. Het oudere publiek zal plaats maken voor meer jonge gezinnen en er komen heel wat nieuwe woningen in de buurt: de nieuwe en vernieuwde woningen in de sociale woonwijk, de nieuwe woningen aan de Morinnestraat (bv. Langwater), Boeverkerke en de Schaapsdreef. De voorzieningen groeien echter niet evenredig mee. Aan het Langemunteplein bevinden zich nu een aantal winkels en voorzieningen (kinépraktijk, wassalon, apotheek, bakker…) maar het aanbod is beperkt en dreigt te verminderen, waardoor deze niet langer op fiets- of wandelafstand liggen en ontmoetingsplaatsen in de buurt verdwijnen.
De stad wil inzetten op inclusieve, levendige en aangename woonbuurten met voldoende voorzieningen en kwalitatief en veilig publiek domein.
Het Langemunteplein is de centrale plek in de wijk en heeft met het OC en een bushalte met vlotte verbinding naar de binnenstad en het station, wel veel potentie om herop te leven. Het is daarbij de bedoeling om ruimte te creëren voor functies op maat van de buurt. Denk daarbij als voorbeeld aan het Halenplein aan het park de Blauwe Poort.
De stad wil de woonwijk ook meer aanpassen aan de levensloop van haar inwoners zodat ze in de wijk kunnen blijven wonen. Daarvoor zijn aangepaste woningen op goed gelegen locaties nodig met de nodige zorg en ontmoetingsruimten.
De omgeving van het Langemunteplein biedt voor dit alles de beste kansen. Hier kunnen we op een verantwoorde wijze verdichten en het ruimtelijk rendement verhogen: er is voldoende afstand mogelijk tussen de omliggende bebouwing, het centrum-gevoel verhoogt en het project sluit beter aan op de plannen met de sociale woonwijk.
Om dit mogelijk te maken zijn wijzigingen aan de huidige bouwvoorschriften nodig.
Het stadsbestuur wil deze legislatuur met dit RUP het juridisch kader vastleggen voor de vernieuwing van het Langemunteplein en omgeving, zonder daarbij zaken alvast uit te sluiten of te hypothekeren. Er liggen nog geen concrete plannen op tafel voor de vernieuwing van het handelscentrum of het OC en die zijn momenteel ook niet in voorbereiding.
Verdichten betekent het opnieuw ontwikkelen van bestaande bebouwde ruimtes door het aantal woongelegenheden, werkplekken, voorzieningen en infrastructuur te verhogen én daarvoor zo weinig mogelijk open ruimte in te nemen.
Het genereren van een hoger ruimtelijk rendement gebeurt door meer activiteiten (functies) op eenzelfde oppervlakte te organiseren en dit op de best gelegen plaatsen zonder afbreuk te doen aan de leefkwaliteit.
De vroegere buurtsupermarkt kampte met een aantal knelpunten: niet voldoende parkeerplaatsen vlakbij, te weinig wijkbewoners en de groei van grotere super- en hypermarkten. Ook de koopgewoontes van inkopen veranderden, consumenten verlangden hoofdzakelijk naar een grotere variatie en keuzemogelijkheid.
Een aantal zaken veranderen nu terug: de groeiende bevolking in de wijk, de herschikking van de ruimten waardoor we parkeerplaatsen gerichter kunnen inzetten, een verder wijzigend consumentengedrag en de nabijheid van de fietsroute langs het centrum van de wijk. Die zorgen voor een andere situatie waardoor een buurtsupermarkt en andere handelsvoorzieningen gericht op de wijk zeker kansen hebben en wenselijk zijn voor de buurt.
Naast de economische en commerciële functie hebben buurtwinkels ook een aantal andere rollen. Ze hebben een belangrijke sociale functie: ze maken deel uit van een maatschappelijk en buurtverzorgend netwerk en dragen bij aan de leefbaarheid. Ze fungeren als ontmoetingsplaats voor buurtbewoners en stimuleren het sociale leven in de wijk. Buurtwinkeliers nemen ook vaak actief deel aan het gemeenschapsleven en aan activiteiten en evenementen in de wijk. Zo bevorderen ze de sociale verwevenheid en het evenwicht van de buurt.
Een studie van het Planbureau (NLl) voor de leefomgeving wees uit dat kleinschalige bedrijven zoals buurtwinkels een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid van woonwijken. Ze hebben een hoog percentage klanten uit de buurt en vergroten zo de kans dat buurtbewoners elkaar ontmoeten. Dat helpt de samenhang van de buurt vooruit.
Buurtwinkels hebben ook een positief effect op het milieu. Hun nabijheid zorgt voor minder (auto)verkeer.
Een eerder onderzoek in Nederland in opdracht van SPAR wees uit dat consumenten een buurtwinkel erg belangrijk vinden, belangrijker dan een huisarts, goed openbaar vervoer en een basisschool. De studie vertelt ook dat een buurtwinkel niet met zekerheid een succes wordt, dat hang af van diverse factoren: een buurtwinkel moet een uitgekiend en compleet assortiment hebben en de betrokkenheid van de ondernemer bij de buurt moet hoog zijn, zodat de winkel optimaal kan inspelen op de behoeften uit de buurt.
Een aantal maatschappelijke trends zullen het belang van de buurtwinkel opnieuw doen toenemen. Zo zal de vergrijzing de behoefte aan thuisbezorgdiensten en afhaaldiensten en het inzetten van mobiele winkels doen stijgen. Ook het consumentenpatroon verandert opnieuw: voor de aankoop van dagelijkse goederen willen klanten zich niet ver verplaatsen waardoor het belang van een winkel in de buurt terug groter wordt. De consument wil ook steeds minder vrijetijd opofferen aan boodschappen doen, waardoor flexibele openingsuren en zondagsopening belangrijker worden. Deze trends zijn de nieuwe uitdagingen waar buurtwinkels in de toekomst zullen moeten op inspelen.
(bron: De toekomst van de buurtwinkel, praktijkgids voor een buurtwinkelbeleid (VVSG).)
De concrete invulling van het type buurtwinkel/buurtsupermarkt is dus een belangrijk aandachtspunt bij de concrete uitwerking van het project en verdient verder onderzoek.
Er zijn nog geen concrete plannen voor een buurtsupermarkt. Het stadsbestuur wil met het RUP een kader bieden voor toekomstige ontwikkelingen, zonder daarbij zaken alvast uit te sluiten of te hypothekeren.
Er zijn nog geen concrete plannen voor het Langemunteplein en de omgeving. De plannen die er momenteel liggen, geven een beeld hoe de inrichting van de ruimte kan evolueren in de toekomst. Daarin staat de wens om te kunnen parkeren dicht bij de (handels)voorzieningen. Het is de bedoeling om minstens evenveel parkeerplaatsen en bij voorkeur meer parkeerplaatsen voorzien worden, afgestemd op de verschillende voorzieningen, woningen en de activiteiten van het OC.
De concrete uitwerking komt aan bod in de inrichtingsstudie van het Langemunteplein als de omgevingsvergunning aangevraagd wordt.
In de voorschriften van het RUP worden de grote lijnen voor de ontwikkeling van het gebied vastgelegd zoals het aantal bouwlagen en de dakvorm. De concrete uitwerking en volumes komen aan bod in de inrichtingsstudie bij de aanvraag van de omgevingsvergunning.
In die fase zal verder rekening gehouden worden met onder andere bezonning, inkijk en privacy.
Vragen over een levensloopbestendige wijk
Levensloopbestendig wonen vraagt zowel een levensloopbestendige woning als een levensloopbestendige buurt. Een levensloopbestendige woning kan vlot aan de veranderende noden van ouder wordende bewoner(s) worden aangepast. Van in het begin houden de plannen en de inrichting rekening met de gekende maar ook de mogelijke toekomstige noden. Eventuele aanpassingen kunnen op die manier snel en zonder veel extra kosten gerealiseerd worden.
Een levensloopbestendige buurt heeft aandacht voor sociale inclusie en is toegankelijk. Er is een divers aanbod van voorzieningen dichtbij en goed bereikbaar. En er is een goed georganiseerd net van vervoersmogelijkheden (Kenniscentrum WWZ, 2019).
De wijk Lange Munte is een woonbuurt met veel eengezinswoningen, vaak vrijstaand en op grote stukken grond. Veel bewoners verouderen stilaan. Wie wil verhuizen naar een kleinere woning met minder onderhoud maar toch graag in de buurt blijft wonen, kan niet in de wijk zelf terecht. Er zijn geen aangepaste kleinere woningen of appartementen en ook de nodige lokale voorzieningen zijn momenteel beperkt.
Daarom stellen we voor om ter hoogte van het Langemunteplein de inrichtingsmogelijkheden te verruimen. Hierdoor wordt het bouwen van aangepaste woningen en aanbieden van extra voorzieningen mogelijk (bv. dagelijkse voeding, zorg, ontmoetingsmogelijkheid, goede vervoersmogelijkheden…). Dit alles in een rustige groene omgeving.
Bijkomend voorziet huisvestingsmaatschappij WRK een nieuw ADL-centrum (Activiteiten voor ondersteuning voor Algemeen Dagelijks Leven). Dit is een permanentiedienst waar inwoners 24/24u terecht kunnen voor hun hulp- of zorgvragen.
Momenteel voorziet het huidige bestemmingsplan (BPA) in een grote zone waar gemeenschapsvoorzieningen zoals het OC thuishoren. Het bos en de speelterreinen achter het OC bevinden zich ook in deze zone. Het RUP stelt voor om het bos en de speelzones te bestemmen als groenzone en de zone voor gemeenschapsvoorzieningen in te perken. De mogelijkheden voor het OC om te (ver)bouwen worden beperkt tot wat nodig is om de werking van het OC op termijn te verbeteren.
De ingang van het OC ligt momenteel aan de westzijde en dat geeft soms geluidsoverlast in de omgeving. De interne verdeling en groottes van lokalen en kantoorruimtes is niet ideaal. Om deze redenen wordt voorgesteld om beperkte uitbreidingsmogelijkheden te voorzien aan de zuid- en oostzijde van het huidige gebouw. Hierdoor kan de toegang van OC en bibliotheek op termijn verschuiven naar de zuidzijde (centraler op het Langemunteplein) en kunnen de ruimtes geoptimaliseerd worden.
Er zijn nog geen concrete plannen met het OC, het RUP biedt enkel de mogelijkheid om die beperkte uitbreiding op termijn (en door een volgende stadsbestuur) te realiseren.
De nieuwe fietsroute is de kortste route die een groot aantal bestemmingen rechtstreeks met elkaar zal verbinden: bedrijvenparken Evolis I, II en De Pluim, de woonwijken Langewater en Lange Munte, de Kulak, Vives, omgeving Steenbakkersstraat, Syntra West, het Benelux-/Kennedypark en az groeninge. Ze heeft het voordeel dat er weinig hellingen zijn, hoofdzakelijk gescheiden is van het autoverkeer en door een aangename, groene omgeving loopt.
Het fietspad wordt geen fietssnelweg zoals het Guldensporenpad. De fietsverbinding kruist verschillende straten en zal rekening moeten houden met de eigenheid van de buurt. Onveilige kruisingen zullen aangepakt worden en er moet rekening gehouden worden met de voetgangers zodat ook zij zich veilig in de buurt kunnen verplaatsen.
De voorgestelde fietsroute maakt deel uit van Groen Netwerk Zuid dat groengebieden verbindt tussen het Preshoekbos en de Gavers. Die route heeft veel bestemmingen en sluit aan op het Guldensporenpad en op routes richting Zwevegem, Harelbeke en Deerlijk en krijgt daarom ondersteuning van provincie West-Vlaanderen en het Vlaams gewest. Hoe de route er zal uitzien, wordt in een later proces beslist en afgestemd op de omgeving. Het dossier hiervoor moet nog opgestart worden. Je zal als inwoner kunnen participeren in dit proces.
Kortrijk legt in bestaande en nieuwe wijken en stadsvernieuwingsprojecten meer en meer fiets- en wandelverbindingen aan. Het is de bedoeling de verschillende bestemmingen binnen de stad beter toegankelijk te maken per fiets en de verbindingen in het fietsnetwerk te verhogen, met het oog op de toekomst. Dat doen we bijvoorbeeld in de herontwikkeling van de site Loofstraat, verkavelingen Oogststraat en Zuidstraat, de geplande reconversie van oude industriële sites zoals MEWAF, Van Marcke, Walle … en is eerder bijvoorbeeld al gerealiseerd met Markebekepad doorheen het hart van Marke.
Vragen over de patiowoningen in de Baaistraat / Beeklaan
Aan de Baaistraat en de Beeklaan bevindt zich een strook van private gelijkvloerse woningen met ingesloten tuin/terras (patio). Deze woningen hebben een oppervlakte van ca. 100m² en hun bouwhoogte en dakvorm is momenteel beperkt tot 1 bouwlaag met plat dak.
Deze woningen zijn energetisch vaak sterk verouderd en hebben een grote gevel- en dakoppervlakte (buitenschil), waardoor de isolatiekost zeer hoog is ten opzichte van de bewoonbare oppervlakte. Om de kost van goed isoleren te laten renderen, is het interessanter om het woonoppervlakte te vergroten, waardoor de isolatiekost per m² bewoonbare oppervlakte daalt. Daarom stelt het RUP voor om een extra bouwlaag toe te laten.
Het bewoonbare oppervlakte van gerenoveerde woningen kan zo groeien tot ongeveer 160m². Het RUP stimuleert (maar verplicht niet) om aanbouwen af te breken en te vervangen door een extra bouwlaag. Deze efficiënte verbouwingsmogelijkheden kunnen de woningen interessanter maken voor bewoning door gezinnen en voor totaalrenovatie.